Journaliste Sabina ging de uitdaging aan
“Yes! Het is me gelukt: een maand lang geen suiker. En dat vier ik vandaag. Met een plak zelfgebakken walnotencake. Vooruit, met een klein beetje honing dan…” Journaliste Sabina Bles ging voor SamenGezond de uitdaging aan: een maand lang geen geraffineerde suikers. Wij wilden weleens weten: is dat goed te doen? En voel je je daarna ook beter?
Morgen begin ik, kondig ik op een avond aan tijdens het eten. “Wij hoeven toch niet mee te doen", vraagt m’n 13-jarige puberdochter bezorgd. "Want", zegt ze, "ik kan echt niet zonder chocola en koek.” Alleen met het avondeten, beloof ik en voor de rest: wat niet weet wat niet deert.
Voordat ik deze challenge begon wilde ik meer weten over wat suiker met je doet. Op zich is een beetje helemaal niet zo slecht, maar het zit ‘m in de grote hoeveelheid die we binnenkrijgen. Vaak zonder dat we het weten. Er is niet alleen de duidelijk zichtbare suiker, zoals in snoep, koek en frisdrank. Er wordt ook veel suiker toegevoegd aan allerlei producten uit de supermarkt, vaak zonder dat je het doorhebt. Dat tikt aan! Wat het slecht maakt is dat veel mensen de zoete smaak van suiker erg lekker vinden, maar dat het niet erg verzadigt. Je eet er al snel te veel van. Op den duur kan te veel suiker leiden tot overgewicht, wat het risico op chronische ziekten als hart- en vaatziekten en diabetes verhoogt.
Mijn motivatie is m’n schommelende suikerspiegel, die kent nogal pieken en dalen. Na de lunch of avondhap heb ik bijna altijd behoefte aan iets zoets. Dan snaai ik snoep, koek, drop. Natuurlijk blijft het nooit bij een of twee. Zo irritant. Soms kocht ik zelfs ’s avonds een zak drop. Dat moest gewoon. Om je te schamen!
Geen snoep en koek dus. Maar ik wil ook geen ‘stiekeme’ toegevoegde suikers uit de industrie meer eten. In de praktijk betekent dit ook geen brood, want aan het brood van mijn bakker is wel wat suiker toegevoegd. Maar wat dan wel? ’s Ochtends eet ik vaak zelfgebakken havermoutbrood met banaan, een yoghurtje of fruit. Tussen de middag salades en zelfgemaakte soep. Tussendoor maiswafels, wat dadels met walnoten. En ’s avonds eten we veel verse groente. Geen pakjes en zakjes, maar alles zelf maken, dat kost best de nodige creativiteit en tijd. Even snel iets halen of snacken gaat niet. Dus koop ik twee kookboeken, waar lekkere en makkelijke suikervrije recepten instaan. Dit gaat me lukken!
Met sporten is het even zoeken. Ik wandel veel en lang en dan heb je echt wel wat suikers en energie nodig. Sportdrankjes gaat niet. Maar met ’n rugzak vol dadels, vijgen, banaan, appels, havermoutbrood, speltcrackers en water lukt het ook.
De eerste week heb ik veel hoofdpijn, een licht gevoel in mijn hoofd en trilhanden. Vooral na het avondeten ben ik moe en slaperig. Mijn energielevel is superlaag. Dat maakt het werken en sporten deze week best lastig. Ik voel me alsof ik aan het afkicken ben!
Vandaag is het een feestdag, we krijgen visite en gaan op stap. Help! Terwijl iedereen aan de koffie met gebak zit, eet ik m’n havermoutbroodje. Voordat we de deur uitgaan, stop ik nog snel een banaan en suikervrije reep in m’n tas. Je weet maar nooit. We lunchen met een frietje, voor mij geen mayo (ook daar zit suiker in). En als we lekker in de zon op het terras zitten, drink ik twee biertjes mee. Maar jemig, dat hakt erin.
Deze week maak ik mee dat ik op een avond zo’n zin heb in iets zoets. Chocola, snoep, iets. Gek word ik ervan. Ik denk aan niets anders meer. Ik mag van mezelf wat naturel chips, daar zit geen suiker in. Wat smaakt dat heerlijk.
Naast het voordeel dat de weegschaal al iets minder aangeeft, worden ook de dipjes minder. Na twee weken voel ik me best goed. Mijn hoofd is helder en ik krijg meer energie.
Alweer een grote uitdaging, ik ga een weekendje weg. Waar ik normaliter alles op z’n beloop laat, ben ik nu druk met de voorbereiding. Ik bak een broodje, koop gezonde snacks en fruit. Er gaat van alles mee. Uiteten blijft lastig, je probeert zo suikerloos mogelijk te bestellen, maar je weet nooit precies wat je eet. Voor mij geen saus en dessert, dat scheelt. Maar ’s nachts slaap ik slecht. Ik ben misselijk en m’n darmen protesteren, heb ik soms toch suiker binnengekregen? Het lijkt wel of m’n lijf geen suiker meer kan verdragen. Ongelooflijk.
Maar verder ga ik in week 3 heel steady. Ik krijg steeds meer energie, mijn suikerbehoefte is zo goed als weg en het is goed vol te houden. En leuk: ik zie dat m’n buikvetje minder wordt. M’n riem kan een gaatje strakker.
Nog steeds geen suiker? vragen vriendinnen me. Hoe houd je het vol! Tja, vooral sterk zijn, overal liggen verleidingen op de loer. Thuis neemt de rest gewoon een chocolaadje of een glas cola. Ik merk dat ik het lastig vind dat man en kids wél gewoon suiker nemen. Ik wil ze er eigenlijk voor behoeden. Wat wel verandert, is dat ik in de supermarkt veel meer oplet. Pakken sap, koekjes, chips, toetjes, ik lees wat er in zit en probeer zo goed mogelijk te kiezen of een suikervrije variant te vinden. We stoppen niets meer gedachteloos naar binnen. Dat is pure winst!
Wat heeft het me nu gebracht? In ieder geval veel meer inzicht in wat ik eet en een gezonder eetpatroon. Maar daarnaast ook veel frustratie en verbazing richting fabrikanten die overal maar suiker instoppen. Dat moet toch anders kunnen? M’n weegschaal geeft nu 66,7 kg aan. Ik heb geen dips en suikerbehoeftes meer. Ik merk nu dat ik door gezond en puur te eten meer energie lijk te hebben. Bovendien kan ik er langer op teren. Het was de ontdekking meer dan waard. Voorlopig ga ik door, maar af en toe eens een ijsje of koekje moet kunnen. Toch?
Ondanks dat suiker een veel besproken onderwerp is, is er nauwelijks goed onderzoek gedaan naar het effect van toegevoegd suiker op de gezondheid. Bewijs dat we wel hebben is dat suiker dik maakt als je er teveel van eet, en dat het slecht voor je tanden is. Daarom adviseert de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) minder dan 10% van je totale energiebehoefte aan suiker te eten. Dat zijn suikers die zijn toegevoegd aan eten, maar ook de suikers die voorkomen in honing, siropen en vruchtensappen.
Het probleem zit 'm er vooral in dat suiker in heel veel verschillende voedingsmiddelen verstopt zit. Denk aan: toetjes, oplosthee, salami, pindakaas, frisdrank, ontbijtgranen, snoep, koek en chips. We noemen ze ook ultra-processed foods: industrieel-gemaakte producten met combinaties van voedingsstoffen zoals palmvet, transvet, zetmeel, suiker, bloem en zout, die geen hele (herkenbare) voedingsmiddelen meer bevatten. Ultra-processed foods zijn de tegenhanger van gezondere producten als groenten, fruit, granen, peulvruchten, olie, noten, vis en eieren waar niks aan is toegevoegd en die soms alleen bewerkt zijn om ze veiliger, eetbaar of langer houdbaar te maken.
Een suikerchallenge kan een manier zijn om de ongezonde keuzes in je voedingspatroon te ontdekken en bewustwording te creëren bij jezelf. Maar bedenk: niet alle suikervrije producten zijn een gezonde keuze. Er bestaan ook genoeg ultra-processed foods zonder suiker die niets met gezond eten te maken hebben. Denk aan chips, friet of andere hartige snacks. Ook bestaan er voedingsmiddelen met maar een klein beetje suiker waar niks mis mee is. Ook is het goed om te beseffen dat veel voedingsmiddelen van nature wat suiker bevatten (groente en fruit). Het lichaam maakt geen onderscheid tussen deze vorm van suiker of suiker die toegevoegd. Het grote verschil is dat deze suiker in een voedingsmiddel zit waarvan we weten dat het goed is voor onze gezondheid.
Staar je dus niet teveel blind op kleine beetjes suiker die sommige producten kunnen bevatten, maar probeer naar de kwaliteit van de producten te kijken. Het kan helpen om verpakkingen te lezen, en naast suiker ook te letten op bloem, palmvet, transvet en zout. Geef de voorkeur aan producten zoals volkoren granen, fruit, groente, peulvruchten, noten, zaden en minimaliseer de hoeveelheid ultra-processed foods in je eetpatroon. Zo zorg je voor een gezond eetpatroon en verklein je jouw risico op chronische ziekten zoals hart- en vaatziekten, diabetes en kanker.